Zaanse dromerij december 2021

Ga ik vertellen over de wandelingen langs het Noordzeekanaal of duik ik in het zwembad. Of nee, ik moet iets vertellen over dat schaatsen. De keuze is reuze en ik werd er helemaal blij van. Toen David mij benaderde of ik het misschien leuk zou vinden om af en toe een column of stukje te schrijven voor RTV Zaanstreek stond ik meteen ‘aan’, hoe leuk (en een eer, dank u zeer) is dat om te mogen doen!

Ik zat al in de herinneringen-modus omdat ik als een soort advent kalender elke dag een kerst-achtig-fotootje plaats waar ik dan ook over moet schrijven dus ik had inspiratie genoeg. Maar waar dan te beginnen voor de lezers van RTV Zaanstreek? Ik ben al een tijdje weg uit de Zaanstreek al kom ik er zeer regelmatig terug, is het niet voor werk, is het voor vrienden of familie die er nog wonen. Zitten de lezers of volgers van de lokale omroep wel te wachten op weer zo’n middelbare-leeftijd-muts die even gaat vertellen hoe het vroeger was? Waarschijnlijk niet, maar omdat ik er zelf blij van word, het is leuk om terug te denken aan hoe ik vroeger straalgelukkig werd van bloemetjes plukken en dat boeketje met gras dan vol trots aan mijn moeder te laten zien, hoop ik dat u er als lezer ook een beetje blij van wordt en wellicht uw eigen herinneringen, al dan niet in de Zaanstreek, ook naar boven komen. 

Maar omdat niet meteen een ellenlang verhaal te laten zijn waar geen eind aan komt (heeft u al spijt dat u begonnen bent met lezen?) hou ik het na deze introductie even kort. Ik ben dus geboren in Westzaan, op de Veldweg, een klein straatje net buiten het dorp. Toen ik net kon lopen was er op de Overtoom, nog een groenteboer en een slagerij. Dat was niet voldoende voor onze boodschappen, dus wij moesten regelmatig op pad. Hetzij naar de Noord, (Westzaan Noord) hetzij naar Zaandam. De supermarkt, CO-OP zat, inderdaad, aan de andere kant van het dorp dus een pak melk vergeten was niet handig, wij waren niet in het bezit van een auto dus alles moest op de fiets gedaan worden, iets wat de basis heeft gelegd voor klapkuiten en niet normaal kunnen fietsen. Daarmee bedoel ik dat ik niet goed recreatief kan fietsen, ik heb een doel nodig en heb altijd haast, hoewel dat ook in mijzelf als type kan zitten.

Een van mijn eerste bewuste herinneringen die ik heb, is dat ik achter op de fiets bij mijn moeder, in zo’n geweldige ouderwetse rieten mand, het brood ontdekte dat mijn moeder bij de bakker had gehaald, ergens in de stad en dat precies in de mand naast mij paste. Het waren in totaal drie broden. Dat brood rook zo lekker, dat vertelde mij dat het geen kwaad kon om even een klein stukje van dat brood te snoepen. De korstjes waren droog maar dat binnenste was wel erg lekker. 

Gedurende de fietstocht van Zaandam naar Westzaan, toch gauw een minuut of 20, heb ik als een menselijke ‘boor’ dat complete brood leeggeplukt. Ik kan me niet herinneren dat mijn moeder er ooit iets over gezegd heeft maar ze moet toch echt een heel brood ontdekt hebben waar een groot gat in zat van voor naar achter. Misschien dacht ze dat ‘de bakker-zijn-wijf-er-door-heen-was-gevlogen’, een gevleugelde uitdrukking bij ons bij het zien van gaten in broden. 

Tot de volgende dromerij!

Verschenen bij RTV Zaanstreek

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *